De tekeningen in het dagboek ontstaan direct vanuit het kijken.

Elk dagboek bestaat uit een selectie tekeningen. Ze laten zien hoe ik naar mijn omgeving kijk, welke keuzes ik ter plekke maak en hoe ik deze binnen een korte tijd probeer vast te leggen.

Het potlood, inkt, wasco, balpen, papierstukjes en het kleine formaat nodigen mij uit om te spelen met de ontstane tekening.

Het olieverfwerk ontstaat vanuit een idee in tegenstelling tot mijn dagboektekeningen.

Thema als kas, huis, vogel, plant komen regelmatig terug in mijn werk.
Vaak speelt dan de verwijzing een rol, 'het is niet wat je ziet'.

In de serie met het huis als uitgangspunt staat het onderwerp vast.
Philip Akkerman: "Als het onderwerp vast staat kan het avontuur beginnen".

Ik zoek de spanning tussen het bekende en het vervreemdende.
Het werk beweegt heen en weer tussen realistisch en surrealistisch

Het ruimtelijk werk is veelal gemaakt van restmateriaal.

Materialen worden gecombineerd zodat een nieuw object ontstaat. Door te associëren en te spelen met bestaande (afgebroken) en gemaakte vormen hoop ik een juiste combinatie te vinden wat 'een nieuw beeld’ kan opleveren. Wat er was, is niet meer. Het nieuwe beeld krijgt een andere betekenis.

Regelmatig maak ik gebruik van rubber (binnenband fiets). Het materiaal is stroef, elastisch, zwart en huidachtig. Het rubber biedt mogelijkheden om te knopen, knippen, binden en om vormen mee te bedekken. Het doet een appèl op het fysieke.